Fasen

Fasen in therapietrouw

In het proces van het chronisch gebruiken van geneesmiddelen zijn verschillende fasen te onderkennen. Urquhart en Vrijens onderscheiden er drie [1]:
 

  1. Acceptatiefase:

De patiënt krijgt net te horen dat hij een chronische aandoening heeft en voor langere tijd, misschien wel levenslang, geneesmiddelen moet gebruiken. Dit is de periode waarin de patiënt het medicijngebruik leert accepteren en leert inpassen in de dagelijkse routines. Of de periode waarin de patiënt kan besluiten de behandeling niet in te zetten [4]. Deze fase duurt gemiddeld een aantal maanden.
 

  1. Uitvoeringsfase:

Dit is de fase waarin de patiënt het medicijn gebruikt. De vraag daarbij is: hoe goed voert de patiënt de afgesproken behandeling uit? Sommige patiënten zullen alle medicijnen innemen. Anderen slaan af en toe een dosis over. Weer anderen nemen een zogenaamde “drug holiday”,  een periode waarin een tijd lang geen geneesmiddelen worden genomen. Na de ‘holiday’ wordt er dan weer begonnen.
 

  1. Discontinueringsfase:

Dit is de fase waarin de patiënt stopt met het gebruik van geneesmiddelen. De tijd tussen de start van het eerste recept en het laatste gebruik wordt persistentie genoemd. Stoppen kan gewenst en ongewenst zijn. Bij bepaalde middelen, zoals antidepressiva, geldt dat deze meestal niet levenslang genomen hoeven te worden. In overleg met de voorschrijver kan de therapie worden afgebouwd. Dit is een gewenste situatie. Patiënten kunnen ook zelfstandig besluiten om te stoppen. Ook met medicatie die eigenlijk levenslang moet worden genomen. Dit is een ongewenst scenario.





Referenties:

1. Urquhart J, Vrijens B: New findings about patient adherence to prescribed drug dosing regimens: an introduction to pharmionics. Eur J Hosp Pharm Sci 11:103-106, 2005